Printer delen
Computergebruikers met thuis meer dan één computer wisselen bestanden uit via een netwerk.
Dit netwerk kan ook gebruikt worden om een printer aangesloten op één computer te delen waardoor op het netwerk aangesloten computers zonder printer via de gedeelde printer kunnen afdrukken.
Linux heeft met het afdruksysteem CUPS alles in huis om dit eenvoudig mogelijk te maken.
De firewall openen voor printerverkeer
Op de computer met de printer (server) moet je de firewall zo instellen dat de afdrukgegevens van andere computers (clients) doorgelaten en dus verwerkt kunnen worden.
Zo open je de firewall voor printergegevens (TCP-poort 631) met YaST (openSuSE):
- Start YaST (KMenu > Computer > YaST).
- Start in de categorie Beveiliging en gebruikers de module Firewall.
- Klik in de categorie Toegestane services op de knop Geavanceerd....
- Typ in het vak TCP-poorten 631.
![Firewall](gedeeldeprinter/tcppoort.png)
Mocht je meerdere poorten (voor andere diensten) willen openen, zorg dan dat ze door spaties gescheiden worden.
- Klik op de knop OK.
- Bevestig de nieuwe firewall-instelling door op Verder en daarna Voltooien te klikken.
- Sluit YaST.
Het IP-adres van de computer opzoeken
Naast het openen van de Firewall, heb je om een gedeelde printer op de computer bereikbaar te maken zijn IP-adres (of netwerknaam) nodig.
Dit kun je als volgt opzoeken:
Indien de computer dagelijks gebruikt wordt, verandert dit IP-adres niet.
Indien uw router het IP-adres toch steeds verandert, kun je de router opdracht geven vaste IP-adressen of netwerknamen te gebruiken.
Raadpleeg daarvoor de handleiding van uw router.
De printer delen
- Start de opdracht KMenu > Programma's > Systeem > Configuratie > Printerbeheer.
Of wat op hetzelfde neerkomt, surf naar http://localhost:631/.
- Klik bovenaan de webpagina op de koppeling Administration.
- Plaats een vinkje bij de optie Share printers connected to this system.
- Klik op de knop Change Setting.
- Geef als gebruikersnaam root op (openSuSE gebruikt de gebruikers root om CUPS te configureren) en het bijhorende wachtwoord.
De CUPS printerserver herstart met de nieuwe instellingen. Wees geduldig.
- Om de op deze computer aangesloten printer op de andere computers te kunnen gebruiken, heb je zijn naam (Queue Name) nodig.
Klik op de knop Manage Printers en noteer de Queue Name van de aangesloten printer.
De gedeelde printer gebruiken
Op een computer zonder printer moet je de volgende procedure volgen om op de gedeelde printer te kunnen afdrukken:
- Start YaST.
- Start in de categorie Hardware de module Printer.
- Klik op de knop Toevoegen (even geduld).
- Klik op de knop Verbindingsassistent.
- Selecteer het Verbindingstype CUPS-server (IPP).
- Vul de Verbindingsinstellingen in met de gegevens van uw gedeelde printer (zie het voorbeeld op de afbeelding).
- Klik op de knop Test verbinding om de ingetypte gegevens te testen. Even geduld.
![Verbindingsassistent](gedeeldeprinter/verbindingsassistent.png)
- Klik op de knop OK van de geslaagde test.
- Bevestig de Verbindingsassistent met de knop OK.
- Selecteer het stuurprogramma Raw Queue [raw].
- Bevestig de printerconfiguratie met de knop OK. 30 seconden geduld.
- Als allerlaatste test kun je met de knop Testpagina afdrukken het afdrukken op de gedeelde printer testen. Even geduld.
- Sluit het venster Wacht totdat de afdrukken van de Testpagina klaar is met de knop De testpagina afdrukken is gelukt.
- Bevestig de Printerconfiguraties met de knop OK.
- Sluit YaST.
Vanaf nu kun je de gedeelde printer vanuit elk programma gebruiken alsof het een gewone printer is.
De gedeelde printer kreeg als naam rawqueue.
Vergeet niet dat om de gedeelde printer te kunnen gebruiken zowel de printer als de computer waarop de gedeelde printer is aangesloten, opgestart moeten zijn