Tips en Trucs 2010

Geheugengebruik volgen

vmstat rapporteert informatie omtrent processen, geheugen, invoer/uitvoer, traps en processor activiteiten. Deze informatie is belangrijk om problemen in verband met systeemprestaties op te sporen.

Een voorbeeld:
dany@linux-4wlv:~> vmstat 10 10
procs -----------memory---------- ---swap-- -----io---- -system-- -----cpu------
 r  b   swpd   free   buff  cache   si   so    bi    bo   in   cs us sy id wa st
 1  0      0 6557568  47352 1008520    0    0    34    24  273  506  8  1 90  1  0
 3  0      0 6558016  47360 1008644    0    0     0    19 1016 1763  7  1 92  0  0
 1  0      0 6558236  47368 1008624    0    0     0     2  769 1203  4  1 95  0  0
 1  0      0 6558172  47372 1008596    0    0     0     0  820 1238  5  1 95  0  0
 2  0      0 6558172  47372 1008588    0    0     0   246  909 1211  5  1 93  2  0
 1  0      0 6556808  47380 1008628    0    0     0   390 1052 1805  6  1 93  0  0
 1  0      0 6536408  48020 1012840    0    0   403    51 1385 2360 10  2 86  2  0
 1  0      0 6536416  48020 1012840    0    0     0     0  847 1214  5  1 94  0  0
 1  0      0 6536480  48040 1012832    0    0     0     8  810 1293  5  1 95  0  0
 1  0      0 6535688  48056 1012832    0    0     0    60  974 1851  6  1 93  0  0

Het hulpmiddel rapporteert 10 keer om de 10 seconden. Bovenstaande informatie toont een systeem in relatieve rust, maar in kritische situaties kan de informatie uitermate handig zijn.

De eerste regel toont gemiddelde waarden vanaf het opstarten van het systeem.
Procs
r: aantal processen die wachten om aan de beurt te komen.
b: aantal processen in een onverbreekbare slaap.
Memory
swpd: het gebruikte virtuele geheugen.
free: het niet gebruikte geheugen.
buff: het in buffers gebruikte geheugen.
cache: het in cache gebruikte geheugen.
Swap
si: gebruikte geheugen afkomstig van de harde schijf.
so: gebruikte geheugen weggeschreven naar de harde schijf.
IO
bi: aantal blokken ontvangen van een blokapparaat.
bo: aantal blokken naar een blokapparaat verzonden.
System
in: het aantal onderbrekingen (interrupts) per seconde, inclusief de klok.
cs: het aantal context switches per seconde (het onthouden van de CPU-status bij het overschakelen naar een ander proces bij multitasking).
CPU
us: tijd gebruikt om code buiten de kernel uit te voeren (user time, inclusief nice tijd).
sy: tijd gebruikt om code in de kernel uit te voeren (system time).
id: tijd waarin geen code werd uitgevoerd (idle, inclusief IO wachttijd).
wa: tijd gebruikt om te wachten op IO (invoer/uitvoer).
st: tijd gebruikt om een andere virtuele processor te bedienen (stolen time).